Een kwartier staren naar het lege computerscherm wisselde hij af met een kwartier ijsberen door zijn werkkamer. Zo was hij al twee uur bezig. Er ‘kwam niks’ vanmorgen, begreep hij bij twaalven. Tijd voor de lange wandeling via het Oubergplantsoen, over de stadswallen naar de wagen van visboer Van Schijndel, voor de dagelijkse haring ‘met alles erop’. (‘Ook zuur?’, vroeg Piet van Schijndel, altijd weer.)
Onderweg overdacht hij wat hij gelezen had: het interview met Philip Roth, waarin de grote Amerikaanse schrijver aankondigt dat ‘de worsteling met het schrijven’ voorbij is.
Philip Roth die ermee stopt! Wat een schok! Ook voor hem. Roth was het grote voorbeeld. De energie die uit zijn boeken kolkte. Jaar na jaar verscheen het ene schitterende boek na het andere. Geen nieuw boek van de hand van deze gigant? Onvoorstelbaar.
De dip waarin hij, Dolf van Dungen, nu al weken verkeerde, veranderde op slag in een zwart gat, na het lezen van het deprimerende nieuws over het door hem zo bewonderde voorbeeld.
‘Als ik er nou ook ’s mee stop?’, dacht hij op een bank in het Oubergplantsoen. ‘Als ik nu ’s een persbericht doe uitgaan, waarin ik zeg dat Philip Roth me de ogen heeft geopend en dat ook ik toegeef dat het schrijven voor mij een te grote worsteling is geworden? Zou een krant het plaatsen? Zouden ze gaan uitpluizen wat die Dolf van Dungen allemaal geschreven had?’
Vrij zijn! Niks aan de kop! Nooit meer die ongemakkelijke ontwijkende teksten als iemand op een verjaarspartijtje vroeg: ‘En, hoe gaat het met je boek?’ Gewoon zeggen: ‘Philip Roth heeft me aan het denken gezet. Ik kap ermee.’ O, ze zullen het zeker een moedig besluit noemen, dacht hij. Hij zou, als hij de interviewteksten van Roth uit het hoofd had geleerd, de collega’s op de zaak ook makkelijker onder ogen kunnen komen, na de sabbatical van zes maanden, waarin hij ‘eindelijk HET boek zou schrijven.’
‘Dank u wel, Philip Roth. Voor al uw boeken. Een ook voor dit openhartige einde.’
Dolf van Dungen zette er flink de pas in. Misschien nam hij, om het einde van zijn schrijverschap te vieren, wel twee haringen.